De eerste aanval
Binnen de ambulancezorg wordt er gewerkt door middel van protocollen. Deze protocollen, onder de naam LPA (Landelijk Protocol Ambulancezorg) beschrijven mede de werkwijze van het ambulancepersoneel.
Momenteel wordt er gewerkt met LPA versie 7.2.
De patiënt blijkt een man van middelbare leeftijd. Hij zit in zijn woonkamer. Middels het onderzoek worden er geen afwijkingen in zijn vitale functies geconstateerd. De benaderingwijze van de ambulancebemanning gaat volgens de ABCDE-methodiek. Vanuit de casus worden de volgende parametrie vermeld:
Dat wil zeggen:
A - Hij heeft een vrije ademweg, kan praten en heeft een normaal gelaatskleur. Hij reageert goed op aanspreken.
B - Hij heeft een sufficiënte ademhaling, zonder bijgeluiden. Hij ademt zonder hulpademhalingsspieren met een normale ademfrequentie en een goede saturatie (>95%).
C - Hij heeft een adequate circulatie. Zijn hartslag is normaal, hij heeft een goede bloeddruk, ziet niet bleek, transpireert niet en reageert spontaan. Hij voert gevraagde opdrachten uit en is goed georiënteerd.
D - Ondanks dat de man adequate antwoorden geeft op aanspreken, lijkt hij moeite te hebben met het vasthouden van zijn concentratie bij het beantwoorden van vragen. Hij lijkt snel afgeleid en toch soms wat gedesoriënteerd. De ambulancebemanning bepaald het bloedsuikergehalte welke normaal is. En vervolgens besluiten zij een intraveneuze toegang te plaatsen. De temperatuur van het lichaam wordt gemeten, echter deze is niet afwijkend. Dan wordt de pupil reactie bepaalt eveneens zonder afwijkingen.
E - Er wordt navraag gedaan over de gezondheidstoestand van de man. Middel een anamnese probeert de ambulancebemanning navraag te doen over: Allergieën, medicatie, ziektes uit het verleden, laatst genuttigde maaltijd en het voorval van de afgelopen tijd. Ze vernemen het feit van het schip in de haven. En controleren vervolgens het lichaam van de man op andere afwijkingen. Hij wordt van top tot teen onderzocht maar ook nu vinden zij geen afwijkingen.
Er wordt telefonisch navraag gedaan bij de huisarts van de patiënt. Deze verteld dat de man nooit ziek is en uit zorgen over de bewustzijnsstoornis. Hij adviseert verder onderzoek in het ziekenhuis.
De verpleegkundige besluit de bewustzijnsstoornis verder te onderzoeken. Hij/zij hoopt door de juiste vragen en onderzoeksmethodes tot een differentiaal diagnose te komen en steeds meer oorzaken uit te sluiten (zie menu).
Maak jouw eigen website met JouwWeb